De loopgraven in de Eder Hei - een excursieverslag uit 1918

Eder_Hei
Het loopgravenstelsel op de Kreelse Kop in de Actuele Hoogtekaart Nederland


Op, of liever; in de Eder Hei bevinden zich dicht bij elkaar gelegen twee oude loopgravenstelsels. Het ene dateert uit de mobilisatieperiode van kort voor de 2e wereldoorlog, en is gebouwd als oefening in het bouwen van verdedigende stellingen. Het andere, op de Kreelse Kop gelegen, is ouder en dateert uit de 1e wereldoorlog. Dit stelsel is gebouwd in 1917. Het vormde een afspiegeling van de destijds in België en Noord-Frankrijk ontstane loopgravenoorlog, waarbij de soldaten niet alleen vochten vanuit de loopgraven, maar er ook meer langdurig in gehuisvest waren.
In 1918 werd er door de vereniging "Ons Leger" een excursie georganiseerd, waarvan een uitvoerig verslag bewaard is gebleven. Dit verslag staat hieronder, en is aangevuld met foto's uit een tijdens de aanleg gemaakte fotoreportagee die in het geïllustreerde tijdschrift "Ons Leven" verscheen

“De Maasbode” 14 -08-1918

Een excursiedag van de vereeniging “Ons Leger”

bouw
Aanleg loopgraven

De Nederlandsche Vereeniging “Ons Leger” meende nuttig en aangenaam werk te doen met voor hare leden in dezen vacantietijd een excursiedag te organiseeren naar de groote militaire manoeuvre-terreinen te Ede.
Meer speciaal zou de excursie een bezoek beteekenen aan een complex loopgraven, op de wijde Edesche heide, aangelegd naar teekeningen van het westelijk of oostelijk front gepubliceerd in “l’Illustration”, en gedeeltelijk ook ontworpen naar aanwijzigingen van deskundige militairen die het westelijk front bezocht hebben.

Om elf uur kwamen de deelnemers, waarbij zich tal van officieren van verschillende wapens hadden aangesloten, voor het Post- en Telegraafkantoor te Ede te zamen, waar zij door den heer Henry van der Schriek uit Rotterdam, lid van het hoofdbestuur der Veeeniging “Ons Leger” werden begroet.

Dadelijk werd daarop de wandeling ondernomen naar de Edesche hei.‘t Was een uitgezochte dag voor zulk een excursie, prettig en zonnig weer met een licht frisch briesje. De verre hei lag onder een sluier van lichte lila erica, die te bloeien begint.
Over den weidschen paarsen grond, waarlangs laag zilvergrijze wolken dreven, kwam van verre cavalerie aangereden, fijne silhouetten van de ranke ruiterfiguren, wat denken deed aan een schilderij van Hoynck van Papendrecht.

bouw
Aanleg munitienest - wachtlokaal

Welkom

Overste Meyberg heette de bezoekers welkom en verklaarde hun de indeeling van het terrein dat een stelsel van loopgraven te zien geeft, zoals zij voornamelijk aan het Westelijk front worden aangetroffen.

Van de hoogte, waarop wij stonden konden wij, volgens de aanwijzigingen van overste Meyberg, duidelijk de loopgraven onderscheiden. Eerst de eerste loopgraaf, en dan 150 meter verder de verdedigingslinie. Daartusschen het bekende “niemandsland” waarin kunstmatige “trechters” gegraven, welke zoals men weet ontstaan door het ontploffen van granaten. Verder onderscheidden wij diverse draadversperringen en de holle heuvels, waarin de mitrailleurs verborgen zaten.

Maar dit alles zouden wij straks beter van nabij zien als we een tocht zouden maken door de loopgraven zelf.
Want allereerst zou ons een aanval gedemonstreerd worden, een overval van den vijand in de eerste verdedigingslinie.
Duizend man troepen zouden aan deze demonstratie meedoen. Op een sein van den commandant zou eerst het artillerievuur worden ingezet, dan begint de aanval, de stormtroepen rukken vooruit om de eerste linie te nemen en achter hen aan volgen de zogenaamde “golven”. Is de eerste linie genomen, wat gewoonlijk gebeurt, dan begint de tweede verdedigingslinie zich te verdedigen.
Lichtpistolen en vuurpijlen dienen als seinen als de telephoon, waarmede de commandant zijn orders geeft, bijgeval wordt stukgeschoten.

slaapgalerij
Slaapgalerij

Gevecht

Na deze voorafgaande verklaringen van den commandant werd met de slag een aanvang gemaakt.
Het eerste schot van de artillerie weerklonk over de zomersch-zonnige, vredes-stille heide, en daar opeens ontploffen voor de loopgraven de neervallende granaten, witte wolkjes rook, die zich als langs een rechte lijn voortplantten. Dit artillerievuur duurde een denkbeeldigen tijd.

Spoedig zagen we – en dat gaf wel een sensatie – de stormtroepen aanrukken. De verdedigende linie begint zich te weer te stellen.
Lichtpistolen schieten hun lichtkogels omhoog, die als vallende sterren door de lucht zwieren. Nog hooger lijnen fluitend de vuurpijlen de lucht in om dadelijk in pluimen van licht neer te vallen.

Dan zet het mitrailleurvuur in, en heel de verre heide knettert nu als was heel de purperen bodem bezig langzaam uit elkaar te spatten.
De handgranaten spetten uit elkaar in rosse vlammen, en in den dampigen rooknevel welke over de straks nog zoo kleurige heide komt te hangen rukken de grauwe figuren der vlugge aanvallers altijd voort.

Het schouwspel, boeiend en interessant, duurt slechts kort, als het afdraaien van een “journaal” in een bioscoop of de opgezette plaat van een phonograaf.
In enkele minuten is het boeiende militaire schouwspel afgelopen en wordrt de loopgraaf als genomen beschouwd, en de operatie als ten allen deele gelukt.

In troepjes stroomen onze veldgrauwen, de hoofden met de platte helmen als ijzeren schildjes afgedekt, het terrein af.

Dan volgen wij overste Meyberg, die ons nu door de veroverde loopgraven zal voeren. Eerst stappen we over “niemandsland”, het zoogenaamde trechterveld tusschen de beide vijandelijke linies. De trechters, door granaatontploffingen gevormd, zijn hier nog al bescheiden van omvang, de origineele op het westelijk front hebben vaak een omvang van vijftig meter.

Allereerst komen we nu aan de uiterste punten die als voelhoorns naar voren steken, de zogenaamde “luisterposten”, die hebben uit te kijken naar de aansluipende patrouilles, die het ijzerdraad komen doorknippen en de versperringen opruimen.

luisterpost
In een luisterpost

Elke luisterpost wordt gewoonlijk bezet door zes man. Men heeft open en overdekte luisterposten, in welke laatste soort met de periscoop gewerkt wordt. Een dergelijke overdekte luisterpost had negen gaten om vuur te geven, en werd daarom door de soldaten het “negenoog” genoemd. Deze luisterposten zijn door nauwe verbindingsgangen met de verdere loopgraven verbonden.

Trouwens heel het loopgravenstelsel lijkt op een halfondergrondsche stad, naambordjes en opschriften wijzen de soldaten aan welke richting ze moeten nemen. Zigzag gaan deze loopgraven van de eerste linie naar de tweede, de zigzaglijn belet dat heel de loopgraaf ineens onder vuur genomen kan worden. De loopgraafsoldaar vindt telkens een zijweer als bescherming.

Hier en daar is in de loopgraafstad een ronde erker uitgebouwd, welke dient voor het opstellen van mitraileurs.
Langs de wanden, waar tusschen de opgelegde plaggen, net als bij turfdelving, de vriendelijke erica al weer vreedzaam bloeit, zijn ook cijfers aangebracht, welke de commandant dienen om de juiste richting aante geven waar de vijand eventueel is doorgebroken.

Elders weer in den loopgraaf is een diepe kelder gegraven, behoorlijk afgedekt met ijzeren rails, welke dienen moet als munitienest. Een andere kelder, wat ruimer van opzet, maar overigens hetzelfde van constructie, is het zoogenaamde wachtlokaal, waar een vijf en twintig man behoorlijk op aarden sofa’s langs den wand bij elkaar kan zitten. “In de onderwereld” heeft de soldatenhumor er als opschrift boven gezet.
Weer een heel bijzondere catacombe, vijf meter diep onder den grond zijn de zoogenaamde “slaapgalerijen” welke in oorlogstijd gebruikt worden als slaapgelegenheid. Ze waren zoo ruim gebouwd, met licht- en luchtkokers, dat heel het gezelschap er gemakkelijk op visite kon.
Zelfs de dikste dames lieten zich niet van hun nieuwsgierigheid afschrikken. Maar toch heel comfortabel vonden zij het niet. “Ontzettend toch, voor die arme jongens!” deden medelijdend de dames.

inspectie
Inspectie

Maar er was ook een andere appreciatie, die der jeugd. “Leuk hè, vader?” riepen de kinderen, “’t ruikt er zoo lekker naar dennnenhout”.
Dan wees de overste ons nog op de zogenaamde “naderingsgangen” om den vijand in de de flank te nemen, en nog op speciale mitrailleuropstellingen, welke dienen om een hele gang te bestrijken in het geval dat de vijand daarin binnendringt.

wachten
Wachten op de aanval

Vervolgens bracht ons overste Meyberg naar een zoogenaamd “steunpunt”, een hoofst belangrijk verdedigingspunt in den loopgravenoorlog. Deze “steunpunten” worden gewoonlijk opgesteld tusschen de verschillende te verdedigen linies, hierin casu de eerste en tweede linie. Zo’n steunpunt is helemaal als een soort loopgravenfort gebouwd, wordt met mitrailleurs versterkt, en is zoo rondom gewapend zeker niet gemakkelijk te nemen.

Ten slotte wees overste Meyberg ons nog een zogenaamd “mitrailleursnest”. Dit is een holle heuvel temidden van andere zandheuvels die daar eveneens kunstmatig zijn aangebracht. Dit dient om de vliegers boven het terrein te misleiden, zoodat deze niet kunnen onderscheiden wat de looze heuvel is. In dezen hollen heuvel nu bevinden zich de mitrailleurs. Op den nadering van den vijand kunnen de soldaten van buiten uit met een stok een soort van luifel, geheel met heiplagggen overdekt, neerlaten, zodat hun machinegeweren open komen.

Einde excursie

Hiermede waren wij aan het einde van onzen interessanten tocht.

De heer Henry van der Schriek, als lid van het hoofdbestuur der vereeniging “Ons Leger” dankte overste Meyberg voor zijn prettig geleide en leerzame informaties. Zeker had de vereeniging met deze excursie weer haar doel nagestreefd, het sympathie-gevoel voor ons leger te versterken.

Dezen morgen had ons allen doen zien, hoe ons leger waakzaam blijft voor de verdediging van het land. Wij allen hopen en bidden, zeide de heer van der Schriek, dat ons vaderland buiten den oorlog mag blijven, maar als ook ons land het lot zou treffen dan weten wij toch zeker dat ons leger ons tot het uiterste zal verdedigen.

Met den wensch dat speciaal Ede spoedig van de gevreesde Spaansche ziekte mocht bevrijd worden, besloot de heer van der Schriek zijn dankwoord, dat luide instemming vond bij de in een kring geschaarde aanwezigen, die daarop een driewerf hoera uitbrachten op de overste Meyberg.

Deze excursie bracht allen een groote voldoening, en zal er zeker toe bijdragen om leger en volk nader tot elkander te brengen.

De ontwerper van het loopgravenstelsel: Kapitein der Infanterie Schutz

In het Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche Courant van 2 juli 1921 staat een kort artikel over het eervolle ontslag, verleend aan kapitein Schutz van het destijds in Ede gelegerde 11e Regiment Infanterie. Een voor het verhaal over de loopgraven relevante zin daarin luidt: “Den velen Twentschen jongens, die een deel van hun mobilisatietijd te Ede doorbrachten, zal het ongetwijfeld interesseeren te vernemen dat eervol ontslag is verleend aan den zeer bekenden kapitein P.C. Schutz van het 11e regiment infanterie, die zichzelf placht te kwalificeeren als ”den oude”. Hij is de ontwerper van het prachtige loopgraven stelsel op den Kreelsche Kop”. Met het toponiem “Kreelsche Kop” wordt het terrein aangeduid waarin de loopgraven zijn aangelegd.

De foto's bij dit artikel zijn afkomstig uit het tijdschrift "Het Leven", en net als de teksten gevonden in Delpher www.delpher.nl