Ceasar schreef “De bello Gallica”. De eerste zin, bij alle gymnasiasten voor eeuwig in het geheugen geprent, luidt: “Gallia est omnis divisa in partes tres, quarumunam incolunt Belgae, allam Aquitani, tertiam qui ipsorum lingua eltae, nostra Galli appelantur”. In de in mijn boek erbij staande vertaling staat hier: “Gallië in zijn geheel wordt in drie deelen verdeeld, waarvan de Belgen het eene, de Aquitaniërs het tweede, en de volksstammen, die in hun eigen taal Kelten, in de onze Galliërs heten, het derde deel bewonen".
Ceasar’s Belgea wordt ook wel Gallia Belgica genoemd, vormde het noordelijk deel van Gallië, en was een Romeinse provincie. Die in het jaar 297 werd verdeeld in Belgica Prima en Begica Secunda. Later, tijdens de Grote Volksverhuizing in de 5e eeuw, verdwenen de Romeinen uit dit gebied, en daarmee ook hun bestuurlijke indeling, hun provincie. Belgica Secunda ging op in het Frankischa Rijk. Maar de naam Belgica bleef behouden, en werd de Latijnse benaming voor de Lage Landen, inclusief het gebied boven de Rijn. Tijdens de Renaisance werd Belgica ook wel als alternatief gebruikt voor de Zeventien Provinciën. Dit was gebaseeerd op de historische ligging van het Romeinse Belgica. Zo werd Belgica een synoniem voor de Nederlanden en Nederlands. Met de opstand in 1568 (begin 80-jarige oorlog), en het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden neemt de republiek de naam Belgica ook op in zijn Latijnse benaming: Belgica Confoederata. In het Nederlands bleef steeds de naam “Nederlanden”in gebruik. De vroegere Zeventien Provinciën werden toen verdeeld in een onafhankelij Belgica Foederata of de federale Nederlandse Republiek en de Belgica Regia, of de Koninklijke Zuidelijke Nederlanden. Als gevolg daarvan dragen meerdere kaarten uit de tijd van de Nederlandse Republiek, die bestond uit de Noordelijke Nederlanden, de Latijnse titel Belgium Foederatum. Een verwarrende situatie, omdat de Nederlandse Republiek, bestaande uit de afgesplitste Noordelijke Nederlanden, geen verband (meer) had met het land België. Om de (latere) verwarring nog te vergroten sprak men in die dagen ook van Leo Belgicus, waar men de Nederlandse leeuw bedoelde.
Van een Nederlandse maagd was in die dagen nog geen sprake. Een maagd als verpersoonlijking van een stad of land is weliswaar al in de oudheid, bij de Grieken, terug te vinden. Zij werd wel vergoddelijkt, voorbeelden zijn Minerva en Pallas Athene. Iconografisch is er dan ook verwantschap. Maar Minerva noch Pallas Athene vormden de basis voor de Nederlandse Maagd. Gay van der Meer heeft in “Vicisittudes of a maiden”, naar mijn mening overrtuigend, aangetoond dat de Nederlandse Maagd niet rechtstreeks terug te voeren valt op Pallas Athene, maar veeleer afstamt van middeleeuwse symbolen, en deels oook van allegorische figuren uit de antieke mythologie. De vrouw, zittend in een omheinde tuin zou uitgroeïen tot Nederlandse Maagd. Eén van de eerste voorbeelden is een munt uit 1591, geslagen ter gelegenheid van het sluiten van de vrede met Spanje. In 1620 wordt zij beschreven als “Virgo Batava”, even later (voor het eerst, door Beukel van Zanten) als “the maiden of Holland”, ofwel de Hollandse Maagd. In de eerste helft van de 17e eeuw komt deze figuur niet voor op munten en medailles. In de tweede helft van deze eeuw echter wordt zij vaak afgebeeld, krijgshaftig, met helm, kuras en een met een hoed bekroonde speer. Zij staat dan symbool voor de overwinning op de Spanjaarden, die in 1648 bzeld werd met de Vrede van Münster, en waarbij de Republiek derZevn Provinciën als zelfstandige , vrije staat erkend werd. Gepersonifiveerd in een Libertas., niet in een Pallas Athene.
De koppeling aan Pallas Athene is discutabel. De afbeelding op munten van de Republiek grijpen terug op de godin van de vrijheid, Libertas. Het Latijnse woord libertas betekent vrijdeid, en in de Romeinse godenwereld was Libertas de goddelijke personificatie van de vrijheid. Deze Romeinse godin had een tempel op een van de heuvels van Rome, de Aventijnse heuvel. Libertas is de beschermster van individuen en van de Romeinse staat. Ze wordt afgebeeld met een muts van vilt, een pileus. Zo’n pileus werd vroeger gedragen door vrijgelaten slaven. Naast de muts draagt ze ook een laurierkrans en een lans. Op een Romeinse munt uit het jaar 97 wordt Libertas afgebeeld op de keerzijde van een munt van keizer Antoninus Pius, die regeerde van 86 tot 161. Dat de keerzijde een afbeelding toont van Libertas is te verklaren uit de door deze keizer gehanteerde normen. Hij had eerbied voor andermans rechten. In het verlengde daarvan kunnen we zijn inzet voor de verbetering van de positie van slaven zien. De afgebeelde Libertas draagt een lans als symbool van haar functie als beschermster van individuen en van de Romeinse staat. Zij draagt een lauwerkrans als teken van haar waardiheid. En zij houdt in haar hand een vilten muts, een pileus. Dergelijke mutsen mochten gedragen worden door vrijgelaten slaven.
De symboliek van Libertas, van de Vrijheid, vinden we terug in de munten die ten tijde van de Republiek der Zeven Proviciën werden vervaardigd: een Libertas, met lans, getooid met een lauwerkrans. De hoed is geen pileas meer, maar een vrijheidshoed. En deze hoed wordt door de lans gedragen, zodat de arm vrij is om op een ander in die dagen zeer belangrijk symbool te rusten: de Bijbel. De Gereformeerde Statenbijbel. Want één van verworvenheden van de Republiek was immers de verkregen, of liever bevochten, vrijheid om een eigen geloofsrichting aan te hangen.Het was deze afbeelding op een munt die rechtstreeks naar het Edese gemeentewapen leidt. Zie hiervoor o.a. http://www.erfgoedede.nl/het-wapen-van-ede.html
In het blad van de historische vereniging “Oud Bennekom” nr. 126 uit oktober 2013 betoogt Bert Lever dat de naam van de Nederlandse Maagd in het Edese gemeente wapen eigenlijk Belgia is. Hij verwijst hiervoor naar de Latijnse benaming op munten voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.. Echter, de afbeelding in het Edese wapen is gebaseerd op een munt waarop als randschrift niet deze Latijnse naam werd gebruikt, doch het meer bekende “Hac nitimur, hanc tuemur”. Een randachrift dat overigens niet in het Edese gemeentewapen is opgenomen, en ook geen deel is van het Edese gemeentewapen.
En dat de pileas, de muts van vrijgelaten slaven, ingewisseld werd voor de Frans vrijheidshoed is ook niet verbazingwekkend. Het symbool van deze vrouwelijke figuur is veel, en vaak gebruikt, in vele betekenissen en toepassingen. Ook op munten uit de Republiek der Zeven verenigide Nederlanden Een naam droeg zij in aanvang nog niet, het symbool sprak als het ware voor zichzelf. En toen er een naam opkwam was dat dus eerst de Hollandse Maagd, en dat werd (omdat er sprake was van de Verenigde Nederlanden) vervolgens de Nederlandse Maagd.
In de erkenning van het Edese gemeentewapen door deHoge Ras van Adel vinden wij ook de koppeling met Libertas terug, waar er immers sprake is van een wapen beladen met een Vrijheidsbeeld. De naam “Belgia” voor de Nederlandse Maagd is nergens op terug te voeren, en komt in de numismatische literatuur, voorzover bekend, ook niet voor. Bert Lever is deze tekst voorgelegd, met het verzoek om commentaar. Maar hij heeft niet gereageerd.
Jan Kijlstra 14-06-2017/07-04-2019