Ede-Veldhuizen: buurschap, buurt of zelfs buurtschap?

Een taal ontwikkelt zich voortdurend, De ene taal meer dan de andere. Zo is het Engels al vrijwel vierhonderd jaar ongewijzigd, reden waarom ook oude Engelse teksten nog steeds zonder veel problemen te lezen (en te begrijpen zijn).

Het Nederlands daarentegen is in de afgelopen eeuwen sterk aan wijzigingen onderhevig geweest. Niet alleen qua spelling, maar ook qua grammatica. Met als neveneffect dat van veel woorden de betekenis in de loop der tijd gewijzigd is. Ook zijn bestaande woorden verdrongen door andere woorden, die er vaak wel veel op lijken, maar oorspronkelijk een geheel andere betekenis hadden.

Een voorbeeld daarvan is het woord buurschap. Een vrijwel volledig verdwenen woord, omdat buurschappen (in de oorspronkelijke betekenis) eigenlijk niet meer bestaan. We hebben het dan over bezitters van onroerend goed, die zich verenigd hebben in een coöperatie. Dat noemde men ook wel een markegenootschap. Binnen zo’n marke (een gebied met vrij nauwkeurig grenzen) werden de gemeenschappelijke belangen behartigd middels een buurspraak, een vergadering van eigenaren. Die eigenaren, allemaal uit dezelfde marke, waren “buren”, een buurspraak is dan ook een vergadering van die buren.

In Ede bestaat nog steeds, als enige nog als markegenootschap opererende gemeenschap van buren, het buurschap Ede-Veldhuizen (in feite een samenvoeging van twee buurschappen). Telkenjare wordt er nog een buurspraak gehouden, om te beraadslagen ( “delibereren”) over gemeenschappelijke zaken, zoals het beheer van het bos. E.e.a. is tegenwoordig vooral van folkloristische betekenis, maar cultuur-historisch zeker belangrijk.

Het buurschap draagt, in wezen als gevolg van slordig taalgebruik en gebrek aan historisch besef (of kennnis), al heel wat jaren de naam “Buurtschap Ede-Veldhuizen”, en wordt aangeduid als “De buurt
Ede-Veldhuizen”.

In het boek “De geschiednis van Ede, deel1”, uit 1939, wordt er reeds op gewezen dat dit niet correct is. De auteurs schrijven: “Waarom moet men schrijven ‘Buurschap’(zonder “t’) en dus niet “Buurtschap”. De verklaring luidt: “Buurschap is afgeleid van buur en niet van buurt. Van buur is gevormd buurt en buurschap, zoals van gemeen zijn gevormd gemeente en gemeenschap. Niemand zal schrijven gemeentschap, de beide achtervoegsel t (te) en schap betekenen nagenoeg hetzelfde, en komen niet samen voor. Men behoort dus te schrijven: buurschap”.

Als we weten dat één van de auteurs van het boek de hoofdonderwijzer Schreuders was, hoofd der school in de Valk (en zijn vader vervulde dezelfde functie aan de Paasbergschool), is het aannemelijk dat de geciteerde tekst uit de pen van deze “bovenmeerster” is gevloeid. En onderwijzers in die dagen wisten waar ze het over hadden als het bijvoorbeeld over correct gebruik van de Nederlandse taal ging.

Er is ook een andere verklaring te geven: een buurt was in wezen een dorp in opkomst, waar rond wat centrale voorzieningen (café, smid, kruidenier) een zekere verdichting van de bewoning ontstond. Zette dit door dan kon zo’n kern uitgroeïen tot een dorp, zeker als er ook een kerk kwam. Stagneerde de groei dan bleef het een buurt. In een buurschap konden dus buurten en dorpen te vinden zijn. Lunteren (ooit Kapel Lunteren) werd een dorp,
Meu-Lunetern (Molen Lunteren) bleef een buurt. En de buurt De Valk ligt in het (vroegere) buurschap Wekerom. Ede werd een dorp, Veldhuizen bleef een buurschap zonder buurtvorming. Terwijl bijvoorbeeld in het buurschap Doesburg wel een duidelijk herkenbare buurt ontstond, die echten niet uitgegroeïd is tot dorp. Ederveen werd dorp, de Klomp bleef buurt(je). Zo zijn tal van voorbeelden te vinden.

Om het nog wat ingewikkelder te maken: binnen grotere dorpen, en in steden, vinden we de benaming buurt als aanduiding van wat in feite wijken zijn. In Ede b.v.b de Bloemen- Kolkakker- en Indische Buurt. Die wijken zijn oorspronkelijk uitbreidingen van de bestaande kern, overloopgebieden om de groei op te vangen. Je kunt ook zeggen: een manier om druk te verdelen door afvloeien. Net zoals een wijk in een veenkolonie dat, maar dan met water, deed.

Op zich is er niet veel tegen om te spreken van het buurtschap Ede-Veldhuizen, of van de buurt en de buurtspraak. Taal verandert immers, woordbetekenissen zijn aan wijzigingen onderhevig. Ware het niet dat het zinnig en zinvol is om eeuwenoude benamingen, zeker als ze gekoppeld zijn aan eeuwenoude geschiedenis, te bewaren.

Of ze weer opnieuw te gaan gebruiken. Maar dat zal, in het huidige tijdsgewricht, wel te veel gevraaagd zijn. Hoewel, een vereniging als Oud Ede zou hierin best een rol kunnen spelen. Dat is ze eigenlijk wel een beetje aan haar stand verplicht. "De geschiedenis van Ede" is immers destijds door de vereniging Oud Ede uitgegeven.

Het boek wordt op dit moment overigens bewerkt, en zal als e-book ter download op de site van de vereniging komen te staan. Hou de site in de gaten (www.oudede.nl) of bezoek de Facebook-pagina Vereniging Oud Ede

Jan Kijlstra – 30/12/2016