Van trommels en trompetten, uit het begin van tamboer- en pijperkorps Irene uit Ede

irene

Tamboer- en Pijperkorps "Irene", Heideweek 1950. Nog zonder pijpers, die kwamen er pas later bij

In 1999 bestonden de Christelijke Showkorpsen “Irene-Ede” 50 jaar.
Ter gelegenheid daarvan werd er een boekje uitgebracht met als titel “Jubileumuitgave 50 jaar Irene-Ede”.

In het hoofdstuk “Ontstaan van het Chr. Tamboer- en pijpercorps Irene” wordt als datum van oprichting 18 juli 1949 gemeld. Deze oprichting vond plaats tijdens de eerste na-oorlogse vergadering van het bestuur van de gymnastiekvereniging DOK.

In het hoofdstuk valt te lezen dat het belangrijkste agendapunt van de vergadering het op te richten taboer- en pijperkorps was. Plannen daarvoor bestonden al voor de oorlog, met name het bestuurslid Cees de Bondt had zich daar als lid van de propagandacomissie voor ingezet.

Met succes, want al in 1934 was het mogelijk om lid te worden van het tamboer- en pijperkorps van DOK. En al snel hadden zich veertien tamboers en acht pijpers gemeld.

Die kregen echter enige tijd later bericht dat het feest niet doorging. Het bestuur van DOK schrok terug voor de financiële gevolgen verbonden aan het oprichten van zo’n korps.

Toch bleef de wens bestaan om een eigen tamboer- en pijperkorps op te richten. Op de algemene ledenvergadering van 1935 werd dit verlangen opnieuw geuit, en in 1936 werd er geld ingezameld voor het beoogde doel.

Uitmondend in een besluit van de ledenvergadering in 1937 om twee trommels te bestellen. Dat werden er zo maar vier! En het clubblad van DOK schreef daarover:

De trommels zijn gekomen!
Nu kan ik tenmnste bekomen.
Want het ideaal van mij dromen,
Is eindelijk in vervulling gegaan

<klaroen class=

Een klaroen zonder ventiel, in Des. Er is ook een versie met één ventiel, in Es. Maar die zijn door Irene in de beginjaren niet gebruikt

In het begin van 1939 werden vier klaroenen aangeschaft. Klaroenen zijn trompetten zonder ventiel, die van oudsher in gebruik zijn als signaalhoorn bij leger en marine om commando’s op afstand te geven.

Bij dodenherdenkingen wordt de Laatste Groet (Last Post) hoort de taptoe altijd op een klaroen geblazen te worden

Door hun bouwwijze hebben klaroenen een heldere (klar is afkomstig van het Franse “clair”) en wat scherpe, doordringende klank,

Die instrumenten waren echter nog niet te horen bij de jaarlijkse uitvoering van 23 maart 1939. Want, zoals het Edesch Nieuwsblad schreef::”Wel zijn er reeds trommels en klaroenen; op de laatste is nog niet geoefend om deze te kunnen bespelen”.

Na de Tweede Wereldoorlog was de jonge muzikale loot aan de stam van DOK verdwenen. Niet echter de wens om het plantje toch te laten uitbotten. Met als gevolg de in het voorgaande gemelde oprichting van wat toen nog Tamco-DOK heette.

Uit het jaarveslag van DOK over 1950-1951 weten we dat het eerste openbare optreden plaatd vond tijdens de winteruitvoering op 14 maart 1951.

Maar al eerder, op de DOK-contactavond in november 1950 traden de muzikanten, zij het in besloten kring, voor het voetlicht.

Daar ging natuurlijk een periode van oefenen aan vooraf. En dat oefenen viel niet bij iedereen in de smaak.

<gea

Zeker niet bij Ab van Heertum van hotel-restaurant GEA aan het beging van de Stationsweg.

In e Edese Courant van 21 december 1950 staat een ingezonden stuk van zijn hand, waarin hij zijn misnoegen uitspreekt over het, door hem kennelijk als overlast ervaren, geluid dat de oefenende muzikanten voortbrachten.
We lezen:

“ INGEZONDEN (buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)

Mijnheer de Redacteur

Als abonné van uw veelgelezen blad verzoek ik u het volgende als ingezonden stuk te plaatsen, waarvoor bij voorbaat mijn dank.

Het is altijd verheugend te vernemen dat in onze gemeente wederom een een nieuwe vereniging of nieuw korps wordt opgericht, en dat wij bij onze naburige gemeenten niet achterbijven.

Als men in het centrum van onze plaats woont, ik bedoel hiermee het meest bevolkte gedeelte van het Maandereind, Telefoonweg, Klinkenbergerweg, Heuvelsepad, Maanderweg, Stationsweg, Breelaan en wellicht nog verder kan men Vrijdagavond van 8 tot 10 uur kennis maken en profitreren van een oefening van een tamboer- en pijperkorps waar de stukken van af vliegen.

Wellicht zullen meerderen met mij respect hebben voor de gezonde mensen, die in bovengenoemde straten wonen en zoiets moeten aanhoren, om dan van de zieke omwonenden niet te spreken. Degenen die nog geen kennis hebben gemaakt met de oefening van Vrijdagavond in de openbare lagere school aan het Maandereind moeten maar eens mee komen smullen.

Mijn bedoeling is of er niet een andere plaats is te vinden om deze oefeningen voortaan te houden.

A.J. van Heertum. Hotel Gea”

<school class="

De Openbare Lagere School aan het Maandereind, vanaf dhet schoolplein gezien. Dit zou nu zeker eeen monuent zijn, met de stijlkenmerken van de Amsterdamse School, een in Ede nauwelijks aanwezige bouwstijl.

Het is maar zeer de vraag of het door van Heertum geschetste “oefenen dat de stukken er van afvliegen” inderdaad voor geluidsoverlast zorgde op alle door hem genoemde straten. Maar het zal zeker zo zijn geweest dat er wat te horen viel.

Muziekinstrumenten maken nu eenmaal geluid, en trommels en zeker klaroenen (van oorsprong immers signaalinstrumenten die over grotere afstand hoorbaar moeten zijn) maken véél geluid.

Bovendien zal het korps ook het marcheren hebben moeten oefenen, en dat lukt niet in een schoollokaal, maar wel goed op een schoolplein, het speelterrein.

Maar tussen GEA en dat speelterrein stond de school, dus of het allemaal echt zo erg was als van Heertum het afschilderde?

Het kan natuurlijk zijn dat hij, als horecaondernemer, zich zorgen maakte of dat muziekmaken niet nadelig zou kunnen werken op zijn omzet. Zoals op de foto uit de jaren vijfig van de vorige eeuw) valt te zien bezat GEA toen een terras. En als je daar zat tijdens een repetitie zul het getrommel en getoeter goed hebben kunnen horen.

<OnsHuis

Ons Huis aan de Telefoonweg. Dit was een gebouw van de AMJV, met een bescheiden toneelvoorziening en een in meerdere ruimtes te verdelen grote zaal.

Zo'n terras was natuurlijk vooral bij goed weer in trek, en buiten oefenen deden de muzkanten ook bij voorkeur in zulke weersomstandigheden. Maar misschien hield van Heertum gewoon niet van muziek.

Hoe dan ook, en op welke lokatie dan ook, Tamco-DOK bleef oefenen, werd op enig moment als Christelijk Tamboer- en Pijperkorps Irene een zelfstandige vereniging, en is uitgegroeid tot een grote, meerdere korpsen pmvattende muziekvereniging.

Kort na de oprichting van Irene werd ik daar ook lid van (gemaakt door mijn moeder) en heb ik mjjn eerste muzieklessen gehad. Op zaterdagmiddag in “Ons Huis”.

Ik herinner me nog het schoolbord met de notenbalken. En mijn eerste pijperfluitje.

Van de muziek die we speelden is mij alleen bijgebleven “Naar de speeltuin”. Een “tophit” in die dagen.

“Af en toe gaan Pa en Moe,
met ons naar de speeltuin toe.
Dat is voor ons kinderen
het fijnste wat bestaat” etc.etc.

Maar dat is jeugdsentiment.

Jan Kijlstra
11-03-2017