De Mausoleum-plaquette
Na het einde van de tweede Wereldoorlog zijn in Ede veel Canadese militairen in de kazernes ondergebracht, in afwachting van hun repatriëring.
Die tijd leeft in de herinnering voort als de “Canadezen-zomer”.
In die periode speelden de, veelal jonge, soldaten een grote rol in de Edese samenleving.
Natuurlijk was men in Ede, al vanaf 1905 een garnizoensplaats, wel gewend aan militairen, maar de situatie was nu toch wel bijzonder.
De leiding van de Canadese eenheden organiseerde veel zaken, om de soldaten bezig te houden. Onder andere door ontspanning te bieden in bijvoorbeeld de Apollo-hal bij het station, waar gedanst kon worden. Dat werd ook door de Edese schonen zeer gewaarderd. Minder, over het algemeen, door hun ouders.
Maar de soldaten werden ook ingezet bij het herstel van de oorlogsschade. En bij het realiseren van herdenkingsmonumenten, waaronder het Mausoleum op de Paasberg.
Mededelingenblad Schouwen duiveland 15-05-1946
Bij een “zwerftocht” op www.delpher.nl kwam het hiernaast staande bericht naar voren:
Een intrigerende tekst!
Gerard Gijsbertsen van het Platform Militaire Historie Ede, is ook betrokken bij het Comité 1944-1945, en tal van andere zaken. Hij weet veel over de 2e Wereldoorlog in Ede, en heeft ook een flinke documentatiecollectie. Dat bleek maar weer toen ik hem naar die plaquettes vroeg.
Hij stuurde een kopie van een tweetal foto's uit de Fotocollectie van de Vereniging Oud Ede. Het gaat om de nummers 313786 en 313787
Een exemplaar van deze plaquette is in de periode october-november 2013 geveild door PMO Auctions. Dit was een veiling via het Internet, en uit de beschrijving van dit “lot” blijkt dat deze
plaquettes vervaardigd zijn door de firma Gerritsen en van Kempen. De afmetingen zijn 90 x 64 mm.
Dit bedrijf is later gesplitst, de delen zijn weer in andere bedrijven opgegaan. De tak “Gerritsen” is vooral als producent van bestek actief gebleven, hun bekendste merknaam werd “Sola”. Van Kempen ging samen met Begeer (Van Kempen en Begeer, later de Koninklijke Begeer). Later opgegaan in Van Veluw Beheer B.V.
Van Veluw Beheer is de marktleider in Europa in de ontwikkeling van geschenken en aandenkens. Onderdeel van het concern is, sinds 2006, de medaillefabriek Stol B.V., en zo komen we weer uit bij onze plaquette, immers in feite een groot uitgevallen medaille.
Een speurtocht in het archief van de N.V. Koninklijke van Kempen en Begeer (en rechtsvolgers) bracht niets op. Ook een zoektocht in het matrijzen-magazijn van dit bedrijf liep op niets uit.
Dichter bij huis vonden we wel iets. In het gemeentearchief van Ede bevindt zich ook het archief van het comité dat zich beijverd heeft voor de bouw van het Mausoleum, dat toen nog “Heldenmonument” genoemd werd. En daarin zit het betalingsbewijs voor de nota’s voor de plaquettes.
We zien dat de betaling betrekking heeft op twee nota's. De verjkaring daarvoor is dat binnen het bedrijf van de leverancier twee afdelingen aan de plaquette gewerkt hebben, de stempelmakerij (het kleinste bedrag) en de productieafdeling. De kosten voor het stempel zijn éénmalig en vast, terwijl de kosten voor de productie, afhankelijk van het aantal, variabel zijn.
In dat archief vinden we ook een aantal brieven van Canadese miltitairen, die meegewerkt hebben aan de bouw van het Mausoleum, en daarom een plaquette ontvingen. De meeste brieven zijn in het Engels, maar het is opmerkelijk dat er ook een paar in het Nederlands zijn.
Het is niet ondenkbaar dat deze brieven geschreven zijn door de uit Nederland afkomstige echtgenotes van de ontvangers, die als bruid van deze militairen destijds naar Canada zijn verhuisd. Naar analogie van het destijds bekende lied “Trees heeft een Canadees”.
Er is een interessant aspect aan deze plaquette. Het beeldhouwwerk op het Mausoleum is van de hand van de beeldhouwer Piet Esser. Deze man was niet alleen beroemd als beeldhouwer, maar hij was ook een erkend specialist als het over penningen ging. En hij werd niet alleen gevraagd als ontwerper van beelden, maar hij heeft ook veel penningen ontworpen. En werkte samen met Gerritsen en van Kemper. De vraag is of Esser niet alleen de ‘Gevallen Strijder” op het Mausoleum heeft ontworpen, maar (mogelijk) ook de plaquette.
Het mausoleum is destijds betaald door de burgers van de gemeente Ede. Een collecte bracht veel op, zo veel dat niet alleen het Mausoleum, maar ook de plaquettes er mee betaald konden worden, en toen was het geld nog niet op, ook het Airborne-monument op de Ginkelse Hei is er mogelijk door gemaakt. Overigens wordt wel gezegd dat de hoge opbrengst van de collecte ook te danken was aan het feit dat op deze manier “zwart geld”, dat door de geldzuivering waardeloos zou worden, zo toch nog een zinvolle bestemming kreeg, al of niet in de vorm van boetedoening. Wie weet.
Er wordt momenteel, in kleine kring, gewerkt aan de restauratie van het Mausoleum. Met name de gebruikte natuursteen is niet tegen de tand des tijds bestand gebleken. Iets waarvoor leverancier Keuzenkamp destijds al waarschuwde, en waarom hij een andere kwaliteit adviseerde. Maar daar werd geen gehoor aan gegeven. Dit kan een prijskwestie geweest zijn
Wel opvallend is dat er voor een Duitse natuursteen gekozen werd, Duitsland -en alles wat daarmee samenhing - was in die dagen niet bepaald geliefd
De kosten van restauratie zijn nog onbekend, maar zullen hoog zijn. Alle natuursteen moet, om te beginnen, immers vervangen worden. En het zou goed zijn als de plaquettes met de namen weer op de oorspronkelijk wijze, namelijk “inliggend” zouden worden aangebracht. Dat ziet er beter uit, en is ook volgens de bedoeling van de ontwerper.
Het is niet reeël te verwachten dat deze restauratie, net als de bouw destijds, geheel uit spontane bijdragen van de burgerij zal worden betaald. Dat hoeft ook niet, het Mausoleum is een rijksmonument, en het rijk heeft middelen voor dergelijk onderhoud. En ongetwijfeld zal er indirect door de burgerij ook aan mee betaald worden, de gemeenteraad zal niet ongevoelig zijn om gelden te willen fourneren.
Toch zou het goed zijn ook ditmaal de inwoners van de gemeente de mogelijkheid te bieden, net als destijds, directer betrokken te raken bij de vernieuwing van het Mausoleum.
Daar zou de plaquette een rol in kunnen spelen. De plaquettes zijn destijds niet alleen naar Canada verzonden, er werden ook exemplaren uitgereikt aan nabestaanden van de op het Mausoleum genoemde (en deels erin bijgezette) omgekomen deelnemers aan het Edese verzet.
Waaronder de broers Henk en Wim van der Mheen. Broers van wijlen mijn schoonmoeder. Hun moeder, de weduwe Van der Mheen van Schothorst, zal ook een tweetal plaquettes hebben ontvangen. Maar naspeuringen in de familie leverden niets op.
Het zou een goede zaak zijn als zo’n plaquette gevonden werd. Het mooiste zou het zijn als hij toegevoegd kon worden aan de collectie van één der lokale musea. Maar ook een tijdelijk in leen verkrijgen zou mooi zijn.
Dan kan er digitaal een driedimensionale kopie van gemaakt worden. Dan is het ook eenvoudig om kopieën van de plaquette te vervaardigen.
Bijvoorbeeld door bronzen kopieën te laten vervaardigen en deze te verkopen.“3D-printing” komt hierbij ook in beeld.
Of door kopieën in goedkoper materiaal en in een kleiner formaat (medaille) te maken en deze uit te reiken aan de Edese scholieren. Bijvoorbeeld in mei 1980, 75 jaar nadat de Tweede Wereldoorlog, althans in Nederland, eindigde en het grote gedenken een aanvang nam
Ontwerptekening Mausoleum
Jan Kijlstra
11-06-2017