Het mysterie van het verdwenen koorvenster
Verslag van een zoektocht, en hoe een oud idee weer tot leven kan komen
Al weer een aantal jaren terug werd ik benaderd door een lid van de Vereniging Oud Ede, mevrouw Verschuur.. Zij vertelde dat na de Tweede Wereldoorlog in het koor van de Oude Kerk een herdenkingsraam was geplaatst. Dat raam was bij de restauratie in de jaren '60 van de vorige eeuw spoorloos verdwenen. Zij had al vaak naar meer informatie gezocht, maar niets kunnen vinden. En zij verzocht mij of ik er nog eens wat aandacht aan wilde schenken.
Zo'n verzoek is voor een nieuwsgierige amateur-historicus natuurlijk een uitdaging. Het resultaat van de speurtocht, en een mogelijk vervolg daarop, staat hieronder.
Het begin van de speurtocht

Foto uit "De kerk in 't midden"
Ter gelegenheid van de restauratie van de Oude Kerk heeft Rien Snijders destijds een boek geschreven met als titel "De kerk in het midden" (Velp, z.j.). Op een daarin opgenomen foto is, zij het wat vaag, het herdenkingsraam te herkennen. Dat was dus een referentiepunt.
Als eerste stap is een e-mail gestuurd aan de toenmalige restauratie-architect Bureau van Hogevest uit Amersfoort. Zij zullen immers een dossier van de restauratie hebben aangelegd, al was het maar om in de toekomst te kunnen reconstrueren wat de situatie was vóór de restauratie, en om te kunnen nagaan welke overwegingen tot het eindresultaat hebben geleid. Helaas heeft het bureau ons geen gegevens beschikbaar gesteld.
Een tweede ingang werd gezocht via het Kerkelijk Bureau. Immers, de kerk is eigendom van de Hervormde Gemeente, de huidige Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Het lag dus voor de hand te veronderstellen dat in het kerkelijk archief over een zo ingrijpende zaak als een restauratie het nodige bewaard zal zijn. Dit leverde uiteindelijk een reactie op, waarover later meer.
Een derde ingang zou het Gemeentearchief kunnen zijn. Bij navraag leek het er op dat het gemeentearchief niet over nadere informatie over het herdenkingsvenster beschikte.
Tijdens een vergadering van het bestuur van het buurschap Ede-Veldhuizen, die ik als kandidaat-buurmeester mocht bijwonen, kwam het herdenkingsraam ook weer ter sprake. De heer van Beek, de toenmalige gemeentearchivaris van Ede en destijds tevens buurschrijver (secretaris van het buurschap), vertelde dat het archief van de Hervormde Kerk overgedragen was aan het gemeentearchief, en ook was geïnventariseerd. Maar hij zei ook dat, ondanks extra aandacht, er niets was teruggevonden over dit raam.
Het begon erop daarom te lijken dat het mysterie niet dichter bij een oplossing kon worden gebracht.
Kort daarna kwam echter een e-mail van het Kerkelijk Bureau binnen. Dit was de bovengenoemde reactie. De administrateur, de heer Van der Scheur, meldde mij dat het archief van de Hervormde Gemeente sinds kort bij de burgerlijke gemeente was ondergebracht, en dat inzage kon worden gevraagd.
Echter, hij verwees mij ook door naar de heer Faas. En dat bleek de bron die ik nodig had om een meer compleet beeld van de geschiedenis van het venster te kunnen schetsen.
Bom op de Oude Kerk?
De heer Faas vertelde mij dat in de Tweede Wereldoorlog, hij dacht door een bom - maar dat wist hij niet meer zo precies, ook de Oude Kerk schade had opgelopen. Het glas dat in het centrale venster van het koor zat, was daarbij verdwenen. Zoals verderop te lezen valt is bij de bevrijding van Ede, op 17 april 1945, het glas door granaatscherven getroffen en in stukken gebroken.
De kerkvoogdij heeft de schade uiteraard laten herstellen, want anders zou de kerk niet gebruikt kunnen worden.
Kort na de oorlog, zo vertelde de heer Faas, heeft de kerkvoogdij voor dat middenvenster van het koor bij een Apeldoornse kunstenaar een herdenkingsraam laten maken. Dit is het raam waar de zoektocht over gaat.
De oude, vooroorlogse, beglazing van het venster was geplaatst in ijzeren profielen. Het herdenkingsraam werd in dezelfde de profielen geplaatst. Dat zal mede gedaan zijn om kosten te besparen.
Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw heeft dat herdenkingsraam zijn tweeledige taak, de oproep tot dankbaarheid voor de bevrijding en de waarschuwing tegen de waanzin van de oorlog, mogen vervullen
Toen kwam de restauratie van de kerk. Bij deze restauratie is de destijds geldende trend gevolgd om alles wat niet als origineel gezien werd te verwijderen. Zo verdween ook de (later aangebouwde) consistorie.
Ook het herdenkingsraam, waarvan overigens gezegd werd dat het geen esthetische waarde had, moest verwijderd worden. Bovendien: de overige vensters van het koor, die ooit dichtgemetseld waren, moesten weer worden opengemaakt. Daarin zouden geen uit jongere tijd stammende ijzeren beglazingsprofielen passen. Reden om het middenvenster ook aan te pakken.
In de voorgenomen restauratie van de koorvensters zou het glas weer in historisch verantwoorde zandstenen kaders gezet worden. En daardoor kon het herdenkingsraam niet bewaard blijven, want het zou niet passen in die zandstenen venstervulling.
Daar viel iets voor te zeggen. Maar was er geen aanleiding om het herdenkingsraam elders te bewaren? Je zou zo zeggen van wel. En het gerucht gaat dat het venster inderdaad bewaard gebleven is. Was dat ook zo?
Einde van het verhaal?
Dit zou het einde van het verhaal kunnen zijn. Maar toch! Zo'n groot glas-in-lood raam komt, zelfs bij een kerk, niet uit de hemel vallen. En er waren nog een paar kansjes dat er wat meer boven tafel kon komen.
De heer Faas wist namelijk ook te vertellen dat er ingebonden jaargangen van het nieuwsblad van de Hervormde Kerk, de Edesche Kerkbode, bestaan. En hij vermoedde dat die in het gemeentearchief te vinden zouden zijn. Daarin zou dan over dit raam geschreven kunnen zijn.
Vaak worden, bij het opschonen van binnengekomen archieven, onbelangrijk geachte documenten als bankafschriften, facturen, bestellingen, etc. weggegooid, omdat de zaken anders onbeheersbaar, en onbetaalbaar, zouden worden. Helaas, want uit dergelijke finaciële stukken valt heel veel informatie te halen.
Gelukkig heeft het gemeentearchief, bij het bewerken van het kerkelijk archief, ervoor gekozen om ook de financiële administratie van de kerkvoogdij te bewaren. In extenso, dus zo compleet mogelijk.
Hoewel er bij het inventariseren van het kerkelijk archief volgens de gemeentearchivaris goed gekeken was naar sporen van het herdenkingsraam, maar dat niets had opgeleverd, was ik toch nog niet geheel tevreden gesteld.
Immers, de heer Faas had mij verteld dat het raam destijds door een Apeldoorns bedrijf was geleverd, in opdracht van het kerkbestuur. Dus, zo was mijn redenering, moest er in dat kader ooit een opdracht zijn verstrekt, en zal er ook een rekening voor het raam zijn ingediend, waarvoor een betaling is verricht die zal zijn verwerkt in de administratie van de kerk.
En die administratie was bewaard! Op naar het gemeentearchief om de speurtocht verder voort te zetten. Er was inderdaad een map met de financiële administratie van de kerk. En daarin vond ik een rekening van de firma De Grip uit Apeldoorn, gedateerd op 21 september 1946, met als omschrijving "voor geleverd glas in lood raam". Dat was het herdenkingsraam waar we naar op zoek waren.

De rekening van de glazenier
Het raam kostte f 600,-- en er kwam ook nog een bedrag van f 25,-- bij voor schilderwerk. Op de rekening is aangetekend "Oude Kerk", en hij is op 7 oktober 1946 (het datumstempel geeft als jaartal 1945, maar dat moet een vergissing zijn) per giro voldaan.
Over dat raam moest welhaast in de Edesche Kerkbode geschreven zijn, en ook de Edesche Courant uit die dagen zou er zeker aandacht aan hebben besteed. Dat bleek ook te kloppen, want in de Edesche Kerkbode van 27 september 1946 schrijft de secretaris van de kerkvoogdij, de scriba, hierover het volgende:
Kerkvoogdij
17 April 1945 werd het koorraam door rondvliegende scherven van een ontploffende granaat vernield. Lag heeft het geduurd, eer het hersteld was. De Kerkvoogdij besloot reeds maanden geleden tot restauratie en thns kan ieder het nieuwe, in gekleurd glas uitgevoerde raam bewonderen. Met taai geduld werd het werkdoor de firma J. de Grip te Apeldoorn volbracht. Slechts de ingewijden waren van een en ander op de hoogte, zodat de kerkbeoeker Zondag 8 September verrast opzagen.
Over de opzet en de indeling het volgende de Bijbel bezet de onderste plaats, Gods Woord isimmers het fundament, waarop heelde Christenwereld dient te bouwen. Twee zandlopers flankeren de Bijbel. Zij houden de herinnering wakker aan ons vergankelijk leven, aan de heensnellende tijd. De ontwerper heeft gemeend het onderste vak in sobere kleuren te moeten uitvoeren, de Bijbel spreekt genoeg voor zichzelf!
Hierop volgt een tafereelals herinnering aan de oorlog. Links de vewoesting (1940) en rechts de opgaande zon van het nieuwe leven (1945). In het midden de vredesduif als symbool.
Vervolgens een Nieuw-Testamentisch zinnebeeld en, boven alles uit, het stralende lichtende kruis.
Onze kerkramen munten niet uit door sierlijkheid of kunstzin. Eertijds is dit anders geweest. De stijlen waren in zandsteen uitgevoerd, en de ramen bestonden uit glas is lood. In de ramen kan men de restanen der zandsteenen ornamenten nog duidelijk waarnemen.
Veel hadden de ramen in 1624 te lijden door een invalder Sapnjaar (de "Vastelaovendstocht" van graaf van den Berg, zwager van Willem van Oranje, maar in dienst van de Spaanse overheerser). In 1625 en 1626 werden ze opnieuws "verlooyt", d.w.z. voorzien van een nieuwe glas in lood beglazing. Deze glazen heetten naar de schenkers daarvan. Zoo was er een raam dat "het glas van den Scholtis van Ommeren" genoemd werd. Een ander heette "het glas van den ouden Teunis Aertsz".
Een ramp trog het kerkgebouw in 1635: de torenspits ging in vlammen op, de zolders brandden uit, klokken en uurwerk stortten neer. Ook het dak van de kerk was voor het grootste deel weg. Het noordelijke gedeelte van de kerk stortte in, en is nimmer weer opgebouwd.
Het spreekt vanzelf dat de "glazen" het opnieuw moesten ontgelden. In de vernieuwde kerk werden evenwel weer ramen door particulieren geschonken. Althans, we lezen in een aantekening van de kerkmeester Joahn van Ommeren een mededeeling over "het glas dat neef Reinier van Ommeren in de kerk gemaakt heeft".
Eén raam is ons nog gelaten, als herinnering aan vergane glorie. Het raam boven den toreningang, zwaar beschermd tegen de vernielzucht der jeugd, vertoont nog de oude constructie. Het was evenwel vóór de brand veel groter, en is door toemetseling bedorven.
De ramen weder in hun vroegere toestand te herstellen, het zal wel toto de vrome wenschen behooren. Restaureren in dien zin eischt een ontzaglijke som. Wellicht zal het venwel mogelijk zijn de beide toegemetselde ramen naast het neiwue koorraaaam open te maken en te restaureren.
de secretaris
Een Apeldoornse connectie
In het telefoonboek van Apeldoorn vinden we ook nu nog twee schildersbedrijven met de naam De Grip. De eigenaren van deze bedrijven zijn broers van elkaar. Zij wisten mij te vertellen dat hun vader een neef van "onze" glas-in-lood leverancier was. Maar er waren verder geen gegevens meer bij hen bekend.
Hier eindigt dus de speurtocht in het verleden. Want ook in het het gemeentearchief van Apeldoorn is niets te vinden zijn over de Apeldoornse glazenier De Grip. Hij heeft meer vensters gemaakt. Onder andere het glas in lood voor de Nederlands Hervormde Kerk aan de Verlengde Maanderweg in Ede. Die kerk, uit 1938, is ontworpen door de eveneens Apeldoornse architect Slijkhuis. En het glas in lood van die kerk is vervaardigd door De Grip.
Slijkhuis, als kerkenbouwer ook de "huisarchitect" van de NH-kerk in Ede, werd door de kerkvoogdij ook betrokken bij het herstel van de oorlogsschade van 17 april 1945. Dat het niewe herdenkingsraam door de Grip is gemaakt is daarom niet zo vreemd. En dat het slechts f 600,-- moest kosten ook niet. Architect en glazenier hadden immers kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog samen aan de Nieuwe Kerk gewerkt. En ook toen was het begrip
"relatiegeschenk" al bekend. Het lijkt er daarom op de De Grip alleen zijn materiaalkosten in rekening heeft gebracht voor het nieuwe venster.
Naar een nieuw venster?
Als je zo met een dergelijk onderzoekje bezig bent, komt er natuurlijk veel meer langs dan hierboven beschreven is. Al doende komen er ook wel eens ideeën boven drijven. Eén van die ideeën (destijds) was: zou het niet een goede zaak zijn als er straks, in 2010 bij de herdenking van 65 jaar bevrijding, weer een nieuw herdenkingsraam in het koor zou zitten? De eerste, voorzichtige, stappen in die richting werden gezet. Een kleine commissie, bestaande uit ds. T. van 't Veld (namens de werkgroep geschiedenis van de Vereniging Oud-Ede), de heer J Poortman (namens het College van Kerkrentmeesters) en schrijver dezes (namens het buurschap Ede-Veldhuizen) ging onderzoeken of, en onder welke condities, een dergelijk plan realiseerbaar zou zijn. Want het is, zeker ook in deze tijd, van belang dat we blijven herdenken. Om af en toe eens herinnerd te worden aan wat destijds gebeurde, bijvoorbeeld door een herdenkingsraam, kan geen kwaad.
Bovenstaand verhaal werd, in 2008, gepubliceerd in "De Zandloper", het periodiek van de Vereniging Oud Ede. gedaan, en er over gepubliceerd (in 2008 alweer) in “De Zandloper”, het periodiek van de vereniging Oud Ede.
En een lid van Oud-Ede, mevrouw Schuurman (een andere mevrouw Schuurman dan genoemd in het artikel uit 2008) sprak mij aan, en vertelde dat volgens haar dat venster er nog zou moeten zijn.Zij verwees mij naar Jan-Willem van Ree, destijds beheerder van “De Rank”, het bijgebouw van de Nieuwe Kerk aan de Verlengde Maanderweg.
Omdat ook Jan Poortman, de toenmalige president kerkvoogd, al een paar maal had laten doorschemeren dat hij uit betrouwbare bron vernomen had dat het venster nog bestond (zonder overigens hier nadere informatie over te willen verstrekken) heb ik contact opgenomen met Jan-Willem.
Tijdens een telefoongesprek (op 19 mei 2009) vertelde hij mij dat in de voorbereiding van de bouw van ”De Rank” ook de kelders van de Nieuwe Kerk waren opgeruimd. En in die kelders lag ook het Bevrijdingsraam uit de Oude Kerk.Hij wist niet wat er vervolgens mee gebeurd was, maar hij verwees mij naar Henk van Veldhuizen, destijds lid van de Kerkvoogdij.
Deze wist mij te vertellen dat het venster destijds uit de kelder van de Nieuwe Kerk verhuisd was naar “Rehoboth”, aan de Driehoek. Hij zei letterlijk: “Ik heb het zelf in m'n handen gehad”.
Stroomberg
Op mijn vraag wat er met het venster gebeurd was vertelde hij dat de toenmalige president-kerkvoogd, Stroomberg, het had meegenomen. Om het te laten plaatsen in de biljartkamer van zijn in aanbouw zijnde woning aan de Bergstraat (op de plek waar eerder de Cavaljéstichting stond).
Van Velhuizen wist ook te vertellen dat hij, later, van een zoon van Stroomberg, had vernomen dat het glas niet in de woning was aangebracht. Maar wat er dan wel met het venster is gebeurd is onbekend.
Als het glas in lood raam door Stroomberg was meegenomen van het herdenkingsraam zal met medeweten van de kerkvoogd-bouwzaken zijn gebeurd. Dat was de aannemer Wessels. Bij een gesprek met de Kerkvoogdij over een mogelijk nieuw te plaatsen venster was deze kerkbestuurder nog steeds in functie, en aanwezig, maar zweeg in alle talen. Hij lijkt mij echter de “zeer betrouwbare bron” waar Jan Poortman aan refereerde,
Het lijkt ook zonder meer aannemelijk dat het venster nog steeds bestaat. Omdat Jan Poortman zich, ook bij latere navraag door de gemeentearchivaris van Beek, niet over zijn bron heeft uitgesproken is het een raadsel wat er mee gebeurd is. De nabestaanden van de heer Strooomberg konden, en kunnen, ook geen nadere informatie verschaffen.
In het kader van een mogelijke plaatsing van een nieuw herdenkingsraam in het koor van de Oude Kerk is, anno 2008, gesproken met de consulente van de toenmalig Rijksdienst voor Architectuur, Cultuur en Monumenten, thans de RCE, samen met Claire Bloem van de Edese afdeling Monumenten. Omdat er in principe geen bezwaren waren tegen plaatsing van een nieuw herdenkingsraam, is afgetast of er meer animo bestond.
De Kerkvoogdij was, ondanks het aanvankeljke enthousiasme van president-kerkvoorgd Poortman, later weinig coöperatief. Ook de vereniging Oud-Ede liet, desgevraagd, weten in het onderwerp geen belangstelling te hebben. Reden om het onderwerp te laten rusten, in afwachting van betere tijden.
Een nieuwe poging?

Oude Kerk Wageningen
We zijn nu weer een aantal jaren verder, en inmiddels is de bevrijding van Ede, als lokaal historisch onderwerp, hoog op de agenda gekomen. De gemeente Ede heeft hierin destijds het voortouw genomen, zij wilde het herdenken van de bevrijding van Ede tot een traditie laten uitgroeien.
Een zinvolle zaak, geschiedenis moet immers steeds opnieuw verteld worden, wil zij niet vergeten worden. En binnen die traditie is terugbrengen van een herdenkingsraam in de Oude Kerk zeker passend.
In 2020 zal het 75 jaar geleden zijn dat Ede bevrijd werd. Het zou mooi zijn om dan, op 17 april 2020, een nieuw herdenkingsraam te onthullen.
De Oude Kerk in Ede is een rijksmonument. Bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de RCE, bestaat ook bij de huidige adviseur geen bezwaar tegen plaatsing van een nieuw venster.
In Wageningen staat een met de Oude Kerk van Ede vergelijkbare kerk. Met in het koor een herdenkingsraam. Ter illustratie en inspiratie is een foto daarvan bij deze tekst geplaatst.
Bovenin zien we twee elementen die ook in het herdenkingsraam van de Oude Kerk aanwezig waren: een kruis, en een opstijgende duif. Onderin, net als destijds in de Oude Kerk, ligt een opengeslagen bijbel.
Aangevuld met de informatie uit het verhaal van de scriba zou een (grafisch) ontwerper daar iets mee moeten kunnen om een nieuw bevrijdingsraam voor de Oude Kerk in Ede te ontwerpen. Zodat op 17 april 2020 de 75-jarige bevrijding van Ede ook in de Oude Kerk herdacht kan worden, met de onthulling van een nieuw venster.
Anders dan in Wageningen en destijds in Ede zou het te overwegen zijn niet het hele venster te vullen met een afbeelding, maar een kleinere afbeelding onderin het venster op te nemen (zie voorbeeld). En ook zou een uitvoering in lichtere kleuren de voorkeur verdienen.
Stichting Erfgoed Ede
Jan Kijlstra (secretaris)