Ede - Dorp in 1832
Ede-dorp wordt gevormd door de sektie K, zoals door het kadaster in 1832 is ingevoerd. Het waren en zijn de van ouds bekende grenzen, die door het kadaster zijn overgenomen. Sektie K beslaat een oppervlakte van ruim 407 H.A.
In het noorden werd deze begrensd door het buurschap Doesburg en het Edesche Bosch, in het oosten door het Edesche Bosch en de wildwal, en zuidwaarts langs een bos op de Klinkenberg en dan verder zuidwaarts langs de toenmalige Bennekomseweg (thans Stationsweg). In het zuiden werd sektie K begrensd door het buurschap Maanen en in het westen door een weg genaamd "de Kraatsweg", die de scheiding vormde met Veldhuizen.
Volgens een in 1570 door Pastoor Johan Arntsz gemaakte kaart was Ede toen nog maar een zeer bescheiden dorp. Zo had Ede-dorp nog maar 31 huizen, in Veldhuizen stonden 26 huizen, in Doesburg 21 en in Maanen 17 woningen.
Ongeveer 250 jaar later, in 1832, was Ede nog maar weinig gegroeid. De oorlogen zullen hier wel niet vreemd aan zijn geweest, evenals de besmettelijke ziekten die hier geheerst hebben. Het was nog een echt heidedorp. In dat jaar telde het dorp voLgens de eerste opgave van het kadaster 176 gebouwen, hierbij inbegrepen de Oude Kerk, school, molen, logementen en enkele grote boerderijen.
Een gemeentehuis was er nog niet, dat kwam pas in 1864. De meeste huizen stonden in de omgeving van de Oude Kerk, in de Driehoek, verder noordwaarts naar de Bospoort, voorts langs de Molenstraat en vooral langs de huidige Notaris Fischerstraat:. Ede-Dorp telde toen al drie logementen, genaamd "de Posthoorn", "de Roskam" en het "Hof van Gelderland". De "Posthoorn" was het belangrijkste (vóór +/- 1700 was dit de Roskam). Hier hadden o.m. de houtverkopingen van de "Sijsselt" plaats. Ook vergaderde er de gemeenteraad, en de ambtsjonkers en het vredegerecht hielden er zitting.
Ook bezat het dorp drie pleziertuinen (parken), één lag er rond het "Huis Kernhem" en één aan de noordkant van de huidige Brouwerstraat, ongeveer vanaf de spoorlijn tot aan de Telefoonweg (vroeger Achterdorpseweg genaamd). Maar de meest fraaie tuin lag tegenover het "Hof van Gelderland" (thans Hema), het vroegere marktplein. Deze had de mooie naam "Rozenhage". De tuin liep aan de oostzijde tot aan de Brouwershoeve en de school (in 1826 gebouwd voor 150 leerlingen).
Als we de kaart goed bekijken dan valt ons op dat het wegenpatroon hier en daar anders was dan tegenwoordig het geval is. Zo ontbreekt de spoorbaan naar Lunteren (geopend I mei 1902) en de Rijksweg (geopend 4 juli 1934). Verder liep de Lunterseweg (thans Kernhernseweg, vroeger Postweg) bij de boerderij "Engelenhove " rechtdoor richting Doesburgernolenweg. Het stuk Lunterseweg, tussen "Engelenhove" en de Kalverkampseweg was er dus nog niet. Wel liep er toen een weg langs de boerderij "de Kalverkamp" (deze lag in Veldhuizen), die heette toen Kraatsweg en kwam vandaar op de Lunterseweg die toen nog Buurtweg werd genoemd, en nog vroeger de Lage Steeg. Vele andere bekende wegen waren er nog niet. Sommige hadden een ander tracé (zie b.v. de Kreelseweg en de Verlengde Maanderweg), de Telefoonweg is later meer recht getrokken. De oorspronkelijke standaardmolen werd afgebroken, nadat eerst aan de andere kant van de weg in 1865 een nieuwe molen was gebouwd.
De meeste grond in het dorp was landbouwgrond. Vele eigenaren hadden aan het begin van hun grond een strook hakhout liggen, dit tot bescherming tegen inloop van de beesten en nugelijk ook wel voor de brandstofvoorziening. Ook hadden de mensen een flinke z.g. moestuin bij hun huis liggen, dit voor het dagelijks gebruik.
Ook lag er vrij veel heide bij het dorp o.a. op de Paaschberg, tussen de Arnhemseweg en Heuvelsepad, op de kruising Schaapsweg - Veenderweg (dit punt heette vroeger "den Ouden Molenberg") langs de Stationsweg tot aan het Maanderzand, in de omgeving van de Bunschoterweg, op de Stompekamp (de begraafplaats was er nog niet, deze werd pas aangelegd in 1879) en ook tussen de boerderijen "Slijpkruik" en "Bouwhuis" en op de Kraats.
De heide was voor het grootste deel eigendom van het buurschap Ede-Veldhuizen.
In het zuiden lag een grote zandvlakte, hier blies de Zuid-Westenwind het zand van de Maanderheuvels het dorp in en vooral de eerste bewoners van de Stationsweg hadden er danig last van.
Begraven werd er rond de kerk (vroeger ook in de kerk) en op een terrein iets ten oosten hiervan.
De joden hadden een andere begraafplaats en wel aan het Maandereind, ongeveer waar nu de winkel van Sporthuis Karssen is.
In de loop der tijden heeft Ede-dorp een grote metamorfose ondergaan.
Met de komst van de spoorbaan Utrecht-Arnhem in 1845, het garnizoen in 1906 en de komst van de ENKA in 1922, breidde het dorp zich gestadig uit, maar vooral na de Tweede Wereldoorlog kwam het tot een bouwexplosie, toen zich steeds meer industrie ging vestigen.
Thans krijgt Ede stedelijke allures, vele historische plekjes zijn verdwenen. De molen draait allang niet meer en staat somber te treuren en verscholen naast zijn grote broer. De oude logementen zijn verdwenen en "Rozenhage" is één groot winkelcentrum. Alleen de Oude Kerk torent nog hoog verheven uit over het nieuwe Ede en denkt misschien met menig oud Edenaar met weemoed terug aan de vergane glorie, toen Ede nog een DORP was en een ieder iedereen nog kende.
Met hartelijke dank aan de heren F.G. van Oort, hoofd Landmeetkundige Dienst, en de heer J. Das, gemeente-archivaris, die mij menig gegeven hebben verschaft.
C.A. Ossenkoppele
Uitgegeven door de Vereniging Oud Ede in samenwerking met de Spaarbank voor Ede anno 1872 - Nustspaarbank