Kernhem
In Ede Stad van 7 mei jl. stond een interessant artikel met als titel: 'De geheimen van Kernhem zitten in de grond'. De hierin geïnterviewde heer A. Beukhof heeft veel archeologische kennis over Ede vergaard. Hier heb ik veel waardering voor. Toch heb ik nog wel enig commentaar op dit artikel.
Hierin wordt geschreven over Witte Wieven in Ede. Dit klopt niet. Daarvoor moet men in de Achterhoek zijn. In Ede was en is er maar één 'Het Witte Wief' dat rond Kernhem spookt en dat door 'Suske en Wiske' grote vermaardheid heeft gekregen tot in België en Frankrijk toe. Over de zogenaamde geheime onderaardse gang tussen Huize Kernhem en de Oude Kerk, volgens velen loopt hij nog door tot de Paasberg, waarvan in het artikel gezegd wordt 'Alles wijst er op dat hij bestaat', zou ik willen zeggen: niets wijst er op dat hij bestaat! Oud muurwerk in de Driehoek bewijst niets. De Driehoek ligt namelijk buiten de lijn van de zogenaamde onderaardse gang. Enige jaren geleden was er een mogelijkheid tot controle. Toen moest in de Grotestraat, waar de onderaardse gang door heen zou moeten lopen om bij de Oude Kerk te komen, een nieuwe riolering worden aangelegd. Daarvoor werd in de Grotestraat een zeer diepe sleuf gegraven. Ik heb elke dag gekeken en door de sieuf gelopen en voor Oud Ede scherven vergaard, maar zelfs geen spoor van een onderaardse gang gevonden.
Maar laten we ons er niet druk over maken. Onderaardse gangen blijken in een behoefte te voorzien. Deze verhalen worden overal in Nederland verteld. In Gouda zou Jacoba van Beieren een onderaardse vluchtgang onder de IJssel hebben laten graven. Natuurlijk is er ook nooit iets gevonden. Zou men het werkelijk willen weten dan zou het met onze moderne techniek een kleinigheid zijn de Edese onderaardse gang op te sporen. Hij zou tenslotte kilometers lang moeten zijn.
Mijn derde punt gaat over het idee dat er bij Kernhem een Zonnetempel zou hebben gestaan. Dit is onzin! Men haalt fantasie en werkelijkheid door elkaar. Die Zonnetempel wordt beschreven en getekend in 'Het Witte Wief' van Suske en Wiske. Dit is geschreven voor kinderen. Je moet zo'n verhaal natuurlijk spannend maken. Dan gaat een Zonnetempel gecombineerd met een bloedsteen en de god Wodan er in als koek.
Wel heb ik, maar dat is al weer meer dan 20 jaar geleden, het idee geopperd dat Kernhem in oorsprong een zon-observatieplaats geweest zou kunnen zijn. Dit waren plaatsen waar men met behulp van vaste punten in het landschap via de zonnestand uit kon rekenen hoe laat het was. Als dit waar zou zijn dan zou de Doolhof in de Bronstijd door de toenmalige Edenaren zijn opgeworpen.
Als u toevallig nog een Ede Stad van 8 januari 1973 heeft liggen, dan zou u in een groot artikel getiteld 'Doolhof grafheuvel uit de bronstijd' de bevestiging hiervan kunnen lezen. De Edese archeoloog de heer Zuurdeeg verrichtte toen het onderzoek. De journaliste mevr. Koops schreef het artikel en ik mocht als derde erbij aanwezig zijn.
Hierbij van mij dan nog een laatste onthulling. Weet u hoe lang de bloedsteen al bij de doolhof ligt? Schrik niet! De bloedsteen lag oorspronkelijk bij A. v.d. Kraats, huize Ruimzicht, Otterloseweg 21, achter in de tuin. In 1931 gaf de heer Staf opdracht om de bloedsteen bij de Doolhof te leggen. Ik hoop dat ik genoeg geheimen uit de grond gehaald heb om u iets van de uitzonderlijke geschiedenis van Ede te openbaren.
Piet Pel, Grotestraat 91, Ede
(Ede Stad, 28 mei 1997)