Bij de vele, vroeger overbekende Edenaren behoort ongetwijfeld Karel Jansen.
Deze oud-marineman en militair was in de vooroorlogse jaren een populaire figuur in ons dorp. Strooien hoed op, een wandelstok zwierig in de hand, Karel was bij elke gebeurtenis present.
Maakte de muziek een mars door het dorp, hij liep voorop; brak ergens brand uit, hij gaf de blussers aanwijzingen. Bij een huwelijk stond Karel op de stoep van het gemeentehuis, maar was ook present op het kerkhof bij een begrafenis.
Daarbij toonde Karel zich een grote kindervriend, altijd met de jeugd in zijn omgeving bezig. Hij leerde hen Indische liedjes, vertelde van zijn avonturen en organiseerde op hoogtijdagen lampionoptochten. Zelf liep hij dan fier aan het hoofd van de stoet, zijn borst versierd met talrijke, in de loop der jaren verworven medailles.
Karel Jansen heeft een leven vol afwisseling gehad als oudste zoon van het echtpaar Jan Jacob Jansen en Evertje Aalbertsen, werd hij 30 juli 1864 te Ede geboren. Officieel werd hij bij de burgerlijke stand ingeschreven als Gerrit Carolus Maas Jansen, maar slechts weinigen die dat wisten, iedereen noemde hem kortweg Karel.
Hij ontwikkelde zich al gauw tot een pittig kereltje, zij het met de nodige streken.
Twaalf jaar oud werd Karel koeienjongen hetgeen betekende dat hij, voor mensen die wel een koe maar geen weiland bezaten, met het dier langs de bermen van de wegen trok om haar kost op te scharrelen.
Teneinde al te lange wandelingen te vermijden, liet hij de koe ook wel op andermans grond grazen.
Ook een stuk heide in brand steken en dan ijlings de brandweer waarschuwen om de gulden beloning die daarop stond te innen, vormde een geliefkoosde bezigheid.
Hoe populair hij in ons dorp was bleek 30 juli 1939 toen hij vijf en zeventig jaar werd. Met notaris Fischer, aan wiens vader Karel zoveel te danken had, en burgemeester Middelberg voorop kwamen talrijke Edenaren hem die dag gelukwensen.
Maar ook de buurt, hij woonde toen op Op den Berg, liet zich niet onbetuigd, talrijke geschenken werden hem aangeboden.
“De Harmonie”, vergezeld van honderden mensen bracht hem een serenade waarbij tot besluit het Wilhelmus werd gespeeld, door alle aanwezigen uit volle borst meegezongen.
Karel Jansen werd er door ontroerd.
Het was een huldebetoon aan een eenvoudig man, die in de vooroorlogse jaren mede zijn stempel op ons dorpsleven heeft gedrukt.
H. J. Nijenhuis Ede Stad november 1980