Bij zijn 25-jarig jubileum als huisarts in Ede werd dr. Weyer "in de bloemetjes gezet" in de tuin van Hotel Buitenzorg.
(v.l.n.r. Jo Kelderman, mevrouw Weyer, dr. Weyer en Eefje Barten)\
Over het leven en het werken van de huisarts dokter Weyer is wel vaker verteld, maar gezien het feit dat naar deze, eens zo populaire dokter, die zoveel voor de dorpsgemeenschap heeft betekend, nooit een straat of een plein is vernoemd, willen wij hem in deze rubriek toch even uit de vergetelheid halen. Cornelis Arend Hendrik Weyer werd 19 januari 1870 in ’s Gravenhage geboren, slaagde in 1897 voor zijn artsexamen en vestigde zich in 1902 als huisarts in Ede.
Door zijn beminnelijke omgang met arm en rijk werd hij al gauw een begrip in het dorp. Al direct na zijn komst werd hij niet alleen de dokter van het in 1889 opgerichte ziekenfonds Helpt Elkaar, maar zocht tevens een oplossing om langdurig zieken een betere verpleging te kunnen geven. Dat resulteerde 19 juli 1903 in de totstandkoming van de afdeling Ede van het Groene Kruis, waardoor in aanmerking komende patiënten naast de zijne ook van verdere deskundige hulp verzekerd waren.
In 1935 werd dokter Weyer benoemd tot arts-leider van het plaatselijke Rode Kruis, een functie die hij tot 1935 zou bekleden. Tijdens de oorlogsjaren 1914 tot 1918 werd hij tevens belast met de zorg voor de Belgische vluchtelingen, hetgeen betekende dat hij ettelijke malen per week op de fiets naar de Ginkelse Hei ging. Naast zijn spreekuren en ziekenbezoeken bezat dokter Weyer, evenals veel artsen in die tijd een eigen apotheek waar met het maken van pillen en drankjes ook de nodige tijd ging zitten.
Dit alles betrof dan slechts zijn beroepsbezigheden, maar nog groter bekendheid verwierf deze man door zijn actief deelnemen aan het dorpsleven. Hij was in 1920 medeoprichter van het Edese Fanfarecorps, later De Harmonie, een tijdlang voorzitter van de VVV en jarenlang enthousiast lid van de Oranjecommissie die de nationale feestdagen verzorgde.
Daar hielp hij eigenhandig mee met het bouwen van erebogen en het gereedmaken van de attributen benodigd voor de vroeger zo in zwang zijnde volksspelen. Waar was dokter Weyer eigenlijk niet in betrokken? Bestuurslid van de Edese schaatsvereniging, commissaris van de Spaarbank voor Ede, bestuurslid van de gymnastiekvereniging Sparta en daarnaast nog zitting in talrijke comités die voor bepaalde gebeurtenissen in het leven werden geroepen.
Voor al zijn verdiensten werd dokter Weyer in 1946 benoemd tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau, maar de mooiste dag in zijn leven kwam een jaar later. In de zomer van 1947 vierde hij zijn gouden artsenjubileum en werd hij als een vorst gehuldigd. Staande op het terras van Het Hof van Gelderland defileerden onder vrolijke muziek, alle mogelijke Edese verenigingen voor hem. Wuivend en diep ontroerd nam hij de hulde van duizenden dorpelingen in ontvangst, die hem op deze wijze dank brachten voor al zijn werk op zoveel verschillende terreinen.
Wegens gevorderde leeftijd stopte hij 1 november 1949 met zijn praktijk om nog enige jaren als rustend burger te leven. Dokter Weyer overleed 5 oktober 1954 en werd enkele dagen later onder enorme belangstelling begraven.
Dit waren wat korte notities over een man, die ongetwijfeld tot de Edenaren gerekend kan worden die in onze herinnering voortleven.
Edesche Courant 29 maart 1986 H.J. Nijenhuis