Bettekamp


In het Edese gemeentearchief, in de studiezaal, bevindt zich een map “Straatnamen”.
Bij een onderzoekje kwam ik daarin de naam Bettekamp, en de verklaring daarvoor, tegen.
Dit staat er:

De betekenis van de naam is met “betere grond” niet zo slecht ingeschat. Maar een betere verklaring wordt gevonden als we naar de achtergrond van “Bette” kijken. Daarvoor gaan we terug naar het Latijn. Wie een rooms-katholieke achtergrond heeft, maar ook wie van klassieke muziek houdt, kent de woorden “Beata Virgine”. Een aanduiding voor de maagd Maria.

“Beata” is de vrouwelijke vorm van “Beato”, wat "gezegend" betekent. “Beata Virgine” betekent dan ook “(de) gezegende maagd”. Ook in de naam “Beatrix” vinden we dit terug, deze naam is een samenstelling van “beata” en “viatrix”, en (één van) de betekenissen is “ gelukbrenster”. Een vleivorm is een liefkozende vorm, zo is “Baatje” een vleivorm van “Beatrix”. Deze vorm is als meisjesnaam bekend van uit de middeleeuwen. Het is ook een verkleinvorm van “Bate”. Onder Lunteren vinden we de boerderijnaam Batelaar. Een laar is een open plek in een bosgebied, waarop landbouw uitgeoefend werd. De naam “Batelaar” betekentdan dat de grond op die plek goede opbrengsten gaf. Zo'n laar geeft "goede bate", en daar zit weer verband met "beter". Want dat staat, volgens het W.N.T. (Woordenboek der Nederlandsche Taal) voor: in enig opzicht in kwaliteit boven iets of iemand uitstekend. We kunnen “Batelaar” dan ook lezen als “Betelaar”, een akker die qua opbrengst boven andere akkers uitsteekt. Een kamp is een ontginning van een stuk “woeste grond”, veelal bos. En de naam Bettekamp slaat dan inderdaad op “betere grond”, c.q. “grond met een betere opbrengst”. De verklaring “kamp van Betto” is geen optie, Betto zou dan slaan op een Germaanse persoonsnaam, maar in de tijd van de Germanen was er nog geen sprake van kampontginningen. Dan zitten we al een flink stuk in de Middeleeuwen.