Achterdoelen, een toponiem (veldnaam) en de verklaring daarvan

De naam Achterdoelen bestond al, als toponiem ( "veldnaam"), voordat er een verklaring voor die naam gegeven was. Zo'n verklaring was vroeger ook niet nodig, omdat men wist wat er bedoeld werd, wat de betekenis van een veldnaam was.Later wist men dat niet meer, en ging men op zoek naar een verklaring. Kennis gaat nu eenmaal gemakkelijk verloren.

Over de naam hebben al meerdere auteurs geschreven. De eerste die met een mogelijke verklaring kwam was, voor zover bekend, genoemde Sibbles. In een tweetal artikelen in de Edesche Courant van resp. 21en 31 december 1949 verklaart hij (o.a.) de naam als volgt: "Achterdoelen. Dat is geen straatnaam. Het is een plaatsaanduiding: Achter de Doelen. Zo werd het land daar genoemd toen de Doelen nog in volle fleur was.".

Sibbles komt tot de conclusie dat op het terrein tussen Grotestraat en dat "land achter de Doelen" een oefenterrein van een schutterij gelegen moet hebben, de Doelen. Want, zo schrijft hij in de Edesche Courant van 21-12-1949: "Overal waar schutterijen bestonden en dus een 'Doelen" moest zijn vond men deze evenwijdig aan, en op slechts korte afstand, van de Dorpsstraat". Helaas geeft Sibbles geen bronnen, en helaas: zijn archief is er niet meer. Maar Sibbles gaat dus uit van "doelen", een schietbaan voor de schutterij, tussen Grotestraat en de akkers, "het land achter de doelen". Hij noemt echter geen bronnen voor het bestaan van die doelen en/of schutterij, en die bronnen zijn ook later niet gevonden

In het boek "Geschiedenis van Ede" wordt over de destijds ook in de Edese kerk gevestigde vicariën gesproken. Over het St. Barbara vicarie wordt gezegd: "één van deze vicariën was de St. Barbara vicarie, die genoemd werd een gilde". Gildes en vicariën worden vaak door elkaar gehaald. En aan veel vicariën was een gilde verbonden. Die gildes waren veelal genootschappen met een sociale signatuur. Maar het waren geen schuttersgilden, die hadden een militaire signatuur. Een vicarie, zeg maar een broodwinning voor Rooms-Katholieke geestelijken, had ook geen gewapende bescherming door schutters nodig. Laat staan een schietbaan of "doelen". Vicarieën, verbonden aan Rooms-Katholieke kerken, zijn na de Reformatie dan ook uit Ede verdwenen. Inclusief de mogelijk aan die vicariën verbonden gildes, als die er al waren.

Sibbles heeft zich bezondigd aan wat in het Duits zo fraai "Hineininterpretieren" wordt genoemd. De psychologie spreekt van confabuleren: een verklaring construeren die het meest van pas komt. Dat is een valkuil voor iedereen, niet alleen voor amateur-historici. Politici hebben dat tot een kunst verheven. Maar als er geen bronnen zijn moet je voorzichtig zijn met conclusies. En zeker geen vicarie aan een schutterij vastknopen.

Rond 1951 wilde de gemeente Ede, o.a. omdat er op het terrein Achterdoelen en omgeving gebouwd werd (Marnix College), overgaan tot naamgeving van de aan te leggen straten. Eén van de adviezen kwam van de ELBO, de voorloper van de VVV. Men bezat een vooruitziende blik, toen men over de Achterdoelen schreef: "..Achterdoelen, dat voor de naaste toekomst als het tweede Ede's centrum wordt aangeduid". Er van uitgaande dat onder "centrum" bedoeld wordt de winkelstraten Maandereind-Grotestraat is hun visie wel aardig uitgekomen.  Gemachtigd door de raad besloten B&W de op het terrein Achterdoelen aan te leggen straten de namen Doelenstraat en Gildestraat te geven.

Het zandweggetje langs de achterkant van de winkels aan de Grotestraat, in de volksmond "Achterom" geheten, kreeg bij raadsbesluit (pas in1959) de naam Achterdoelen. Omschreven als "lopende van Arnhemseweg naar Grotestraat". Een opmerkelijke omschrijving. Want dat weggetje liep wèl vanaf de Arnhemseweg, maar eindigde zeker niet bij de Grotestraat maar bij de Driehoek, de vroegere Pastoriestraat.

Niet alleen de vroede vaderen, gehoord de deskundigen, hebben Sibbles gevolgd in zijn verklaring voor de naam Achterdoelen, met de daarbij behorende Doelen. Al wordt wel opgemerkt dat Sibbles zijn zienswijze niet kan staven met bronnen.

Ook Ossenkoppele heeft die door Sibbles geïntroduceerde naam "Doelen" als veldnaam in zijn verzameling opgenomen, en zo is hij ook te vinden in de Veldnamenatlas.

Ook andere auteurs, waaronder Nijhoff, Lagerwij e.a., hebben Sibbles steeds geciteerd als zijnde juist. Ten onrechte, zoals we zullen zien.

Maar als er dan geen schuttersgilde in Ede is geweest, en die Doelen er nooit geweest zijn, waar komt dàn de naam Achterdoelen vandaan.

Wel, Sibbles geeft het antwoord al: " Het is een plaatsaanduiding: Achter de Doelen.". Dat klopt!

De volgende vraag moet dan luiden: wat waren dan die doelen. Daar gaat Sibbles, en met hem zijn navolgers, de mist in.

"Doel" is een nog steeds gebruikt woord. Maar had vroeger ook de, inmiddels in onbruik geraakte, betekenis van perceelgrens, erfafscheiding. In de meest simpele vorm: een plag werd uitgestoken en direct ernaast op het land gelegd. Meerdere doelen in elkaars verlengde gelegen naast elkaar vormden een (denkbeeldige) lijn.

Toen de Grotestraat meer en meer bebouwd werd, werd de grond voor die bebouwing door de eigenaren van de akkers op de eng verkocht aan de bouwers. En om de erfscheiding tussen bouwgrond en akkers. dus tussen de verschillende eigenaren, aan te geven werden doelen gebruikt. Dat die achtergrenzen van de bouwterreinen in elkaars verlengde kwamen te liggen was een logische zaak. Langs die doelen, op de grens van de resterende eng, ontstond later als vanzelf een pad, een achterom. Zo werd dat veldweggetje dan ook genoemd. (Terzijde:  vroeger kon je na zessen, als de winkels gesloten waren, meestal toch nog wel wat kopen, stiekem, want de wet verbood het. Je ging dan "even achterom").

Vanaf de Grotestraat gezien had je dus de situatie: bouwterrein, erfafscheiding ("doelen"), en het land daarachter. Dat land was dus letterlijk "gelegen achter de Doelen". Later als veldnaam gebruikt om dat stuk akkerland aan te duiden: de Achterdoelen. Niks schutterij, of schietbaan. Gewoon de letterlijke betekenis, die duidelijk wordt als je die vergeten betekenis van het woord "doel" herkent in het toponiem.

Overigens is er wèl, kortstondig (1830-1834) een schutterij in Ede geweest. Maar toen was de Grotestraat al te veel bebouwd om daar nog een schietbaan aan te kùnnen leggen.

Het terrein Achterdoelen is inmiddels volledig volgebouwd. Het pad groeide uit tot een zandweg, behalve het laatste stuk tussen Paasbergerweg en Driehoek. Het kerkhof werd destijds tegen het terrein van de Oude Kerk c.a. aangelegd, het pad werd voorzien van een dubbele beukenhaag.

Het straatje Achterdoelen bestaat nog steeds, maar is als gevolg van slechte stedenbouwkundige ontwikkeling verworden tot een verkommerd achterafstraatje dat, ondanks vele pogingen en investeringen, maar niet aantrekkelijk wil worden. En door bebouwing is het afgesneden van de oorspronkelijke voortzetting die bekend is geworden als het Papenpad.

Jan Kijlstra
06-09-2011

Bronnen:

Geschiedenis van Ede (Ede, 1933)
Rond de grijze toren (Ede, 1958)
De rechtstoestand der Marken (Leiden, 1879)
Gemeentearchief Ede (div. kranten, raadsstukken)
Woordenboek Nederlandse Taal (www.wnt.nl)